- Benz_26_W201_ano1-compr_NL.jpg (132.97 KiB) 1687 keer bekeken
De 2.6 Classic heb ik gekocht in 2009 met 95.000 km op de klok, de KM-stand is nu, vier jaar later, circa 103.500. Ik maak er alleen langere ritten mee, op de buitenweg en de snelweg, dus bij tweeduizend kilometer per jaar komt hij maar zelden uit de stalling. (Ik ben er daarom ook voor mezelf nog niet uit of ik 'm houden wil of niet, een auto is in principe toch vooral om mee te rijden.) Het is niet mijn enige auto, wel mijn enige – en eerste – MB. Ook bijzonder: dit exemplaar kwam in 2007 naar NL, met slechts 45.000 km op de klok. Daarna is er in twee jaar tijd 50.000 bijgezet door de tweede eigenaar. Dan wordt het erg belangrijk wie dat was en hoe die met de auto omging. Welnu, dat kan haast niet mooier, want de vorige eigenaar is testredacteur bij een van de grote autobladen. Iemand dus die zegt wat er goed is en wat niet aan de nieuwste supersportwagen uit pakweg Maranello of Zuffenhausen. Ook leuk: hij ruilde de 190 in tegen een Porsche. Uit Zuffenhausen ja, heel goed.
De auto is in onderhoud bij MB Classic, een speciale afdeling van de officiële MB-dealer. Mijn vaste monteur is iemand uit een groepje van een man of tien die van MB Nederland als enigen mogen werken aan de SLR McLaren en de Maybach – en deze vakman is heel enthousiast over mijn Benzje. De 2.6 is dan ook hoog getaxeerd en voor dat bedrag AR-verzekerd.
Vóór aankoop twijfelde ik nog over een Audi A2 3L, vanwege het lage brandstofverbruik en het futuristische concept; een tijdloos model. Alleen was daar in 2009 weinig keus in: bijna allemaal waren ze in dat eeuwige zwart. Bovendien hadden vier van de zes exemplaren die ik vond (in Duitsland) al een ruilmotor; en de aluminium onderdelen (plaatwerk, wielophanging) zijn schaars, dus moeten voor veel geld nieuw worden aangeschaft. Dus ik dacht, bekijk het maar, ik koop lekker een oude favoriet van me, de MB 190, maar dan wel de meest begeerlijke. Ieder zijn smaak natuurlijk, maar de meest begeerlijke is in mijn ogen niet de 16-klepper (onder meer vanwege al die spoilers die het simpele strakke ontwerp verpesten), maar de zijdezachte zes-in-lijn. De 190 heeft me altijd gefascineerd, ongeacht de motorisering. Bij zijn debuut gold het als een revolutionair model, zowel vanwege de techniek als qua vormgeving. Het verhaal van Ayrton Senna maakte het allemaal nog mooier (opening nieuwe Nürburgring), plus natuurlijk het feit dat hij bekendstaat als unkaputtbar – al klopt dat niet helemaal natuurlijk. Zo moesten er toen ik 'm net had een nieuw contactslot in, nieuwe schroefveren vóór en nieuwe motorophangunits (die zijn bij dit type hydraulisch, dus duur). Het verbruik is ook niet mals, zuiniger dan 1 op 9,5 lukt me niet.